VERGETEN IS EEN VERDER LEVEN 


Den Haag
’Meisje met de parel’, J. Vermeer

 

Vol van wit
licht het gedicht op
van je ogen. Zo
sta je hier van mij
te willen houden.


Wij kennen elkaar al
jaren op papier.
En wat verborgen was,
is daar. Is waar.


Jij. Op een blauwe dag
uit de zwaartekracht getild.
Zo tussen neus en wang
of in de schaduw van je oor
onafgetekend mooi.


En die parel waar het
allemaal om draait.
Ook je hoofd, ook naar mij.
En toch verborgen.


‘Morgen’, glanzen je lippen,
gloeien vochtig van elkaar.
Voller wit blijft achter
op een kraag.